Terug
Gepubliceerd op 28/11/2025

Besluit  Gemeenteraad

do 20/11/2025 - 19:35

Gemeentelijke administratieve sancties - Aanpassing van de algemene politieverordening (GAS1) - goedkeuring

Aanwezig: Chris Delneste, voorzitter van de raad
Francis Benoit, burgemeester
Jan Deprez, Willem Vanwynsberghe, Isabelle Vereecke, schepenen
Bram Deloof, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst
Johan Schietgat, Hilde Vanhauwaert, Bert Deroo, Jeroen Dujardin, Johan Bossuyt, Ann Dendauw Van Ooteghem, Marc Plets, Eveline Van Haverbeke, Tom Leece, Céline D'Halluin, Greta Verhaeghe, Lotje Verschaete, Emma Bernolet, Geert Lesage, Christophe Dewaele, Larisa Petrova, raadsleden
Els Persyn, algemeen directeur
Verontschuldigd: Sarah Stamper, raadslid
Bevoegdheid en juridische grond

Artikelen 119, 119bis, 134sexies en 135 van de nieuwe gemeentewet.

Artikels 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikelen 2,§1, 4,§1,1°, 4§2 4,§5 , 6,§1 , 14,§1 , 18 en 19 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, laatst gewijzigd door de wet van 11 december 2023 tot wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, van de nieuwe gemeentewet en van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet.

Artikelen 36,5° en 38bis,1° van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade (ook "de jeugdbeschermingswet " genoemd).

Jeugddecreet van 23 november 2023.

Feiten, context en argumentatie

De gemeente wordt de jongste jaren meer en meer geconfronteerd met overlast die veroorzaakt wordt door minderjarigen jonger dan 16 jaar. Er doet zich een verontrustende evolutie voor waarbij een groep van zeer jonge tieners (12 tot 16 jaar) ernstig asociaal en agressief gedrag vertoont. Het gaat onder meer over diefstal, drugs dealen, vandalisme en intimidatie van bezoekers van het zwembad en het sportpark, waardoor deze bezoekers zich onveilig voelen.

 

De burgemeester is overeenkomstig artikel 134sexies van de Nieuwe Gemeentewet bevoegd om een tijdelijk plaatsverbod op te leggen aan personen die de openbare orde ernstig verstoren. Recent werden dergelijke bestuurlijke maatregelen reeds opgelegd aan jongeren die de openbare orde in het zwembad en de sportinfrastructuur ernstig verstoorden, waardoor de veiligheid en het welzijn van andere bezoekers en personeelsleden in het gedrang kwam. Ook andere maatregelen werden reeds getroffen, zoals gesprekken met de jongeren en hun ouders, het inzetten van mobiele camera’s en stelselmatige identiteitscontroles. Helaas hebben deze acties tot op heden weinig resultaat opgeleverd.

 

Hoewel de lokale besturen op grond van artikel 135, §2, 5° van de nieuwe gemeentewet de taak hebben om te waken over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen en alle nodige preventieve en repressieve maatregelen moeten treffen, staan de sanctionerend ambtenaren in de praktijk compleet machteloos bij dergelijke inbreuken, vermits de artikelen 378, 379, 392 en 393 van de algemene politieverordening van de gemeente Kuurne (hierna "de APV" genoemd) de minimumleeftijd voor de toepassing van de GAS 1-procedure op 16 jaar vastleggen.
Bovendien kan er in dergelijke gevallen niet gerekend worden op het parket, aangezien de GAS 1-inbreuken voortspruiten uit het administratieve recht en bijgevolg geen wettelijke basis kennen binnen de strafwetgeving.

 

In de praktijk kan de burgemeester dus bevelen uitvaardigen zonder leeftijdsrestricties, maar is men bij de handhaving van deze bevelen gebonden aan de restrictie van 16 jaar. 

 

Artikel 14, §1 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voorziet in een minimumleeftijd van 14 jaar voor de toepassing van de GAS-procedure. Om aan de huidige problematiek het hoofd te kunnen bieden en de veiligheid van de burgers op grondgebied Kuurne te waarborgen wordt voorgesteld om de algemene politieverordening aan te passen. Hierbij wordt benadrukt dat:

  • De wijziging enkel betrekking heeft op de GAS1-procedure (openbare overlast).
  • Het wijzigingsvoorstel de nieuwe minimale leeftijdsgrens van 14 jaar voor de toepassing van de GAS1-procedure enkel toespitst op de inbreuken op artikel 388 van de APV (= de verplichting tot naleving van burgemeesterbevelen). Voor alle andere GAS1-inbreuken zal de bestaande minimale leeftijdsgrens van 16 jaar onverkort blijven gelden.
 

Uiteraard beseft het bestuur dat het verlagen van de minimumleeftijd naar 14 jaar niet alle problemen zal oplossen. Deze maatregel maakt deel uit van een bredere aanpak, waarbij een sterke preventieve omkadering essentieel is. Een uitbreiding van het toepassingsgebied van de GAS1-procedure betekent niet dat een grotere groep op jongere leeftijd op repressieve wijze zal benaderd worden. Dankzij enkele door de GAS-wet voorziene waarborgen zal het bestaande preventieve kader juist vergroten en zal derhalve een grotere groep jongeren betrokken kunnen worden bij de sensibilisering die men via dit preventieve kader tracht te realiseren. Deze waarborgen bestaan in:

  • De facultatieve werkwijze van de "ouderlijke betrokkenheid", voorafgaand aan de werkelijke GAS 1-procedure (inclusief het verplichte, voorafgaandelijke bemiddelingsaanbod), waarbij aan de ouder(s) de kans gegeven wordt om zelf educatieve maatregelen aan hun kind op te leggen, dewelke, bij aanvaarding door de sanctionerend ambtenaar, de administratieve procedure verhinderen (artikel 17 van de GAS-wet);
  • Het verplichte, voorafgaandelijke bemiddelingsaanbod, waarbij de jongeren op uiterst laagdrempelige wijze in contact gesteld worden met een onafhankelijke GAS-bemiddelaar en waarbij steeds zal toegewerkt worden naar een sensibiliserende dialoog, al dan niet in combinatie met een herstelgericht begeleidingstraject (artikel 18 van de GAS-wet).

Zelfs wanneer het dossier in het slechtste geval zou doorstromen naar de repressieve fase, kan de sanctionerend ambtenaar de beoogde sensibilisering nog steeds trachten uit te lokken door de voorkeur te geven aan een alternatieve sanctie in de vorm van een gemeenschapsdienst in plaats van aan de bepaling van een administratieve geldboete. Dergelijke gemeenschapsdiensten houden ofwel het verrichten van een welbepaalde prestatie van openbaar nut, ofwel het volgen van een welbepaalde opleiding, in (artikel 19 van de GAS-wet).

 

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de artikelen 378, 379, 392 en 393 van de algemene politieverordening als volgt te wijzigen:

 

Artikel 378

§1 Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft worden met:

1° een administratieve geldboete van maximum 500 euro;

2° een administratieve schorsing van een afgeleverde toelating of vergunning;

3° een administratieve intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning;

4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een instelling.

 

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

§2. Onverminderd de toepassing van §3, bedraagt het maximumbedrag van de administratieve geldboete evenwel 175 euro, indien de dader, op het tijdstip van de feiten, een minderjarige betreft  die de volle leeftijd van zestien jaar bereikt heeft.


§3. In geval van een inbreuk op artikel 388 van deze politieverordening kan de in §2 bedoelde administratieve geldboete opgelegd worden aan elke minderjarige dader die, op het tijdstip van de inbreuk, de volle leeftijd van veertien jaar bereikt heeft.


De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerende ambtenaar.

§4. De in §1 bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De in de §1 tot en met §3 bedoelde administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.

 

Artikel 379

Er is sprake van herhaling wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 500 euro.

In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het driedubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 500 euro.

Het maximumbedrag van 500 euro, vermeld in de voorgaande leden, wordt tot een maximum van 175 euro verminderd indien de dader op het ogenblik van de vaststelling van de herhaalde feiten, de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en nog geen 18 jaar is geworden overeenkomstig het bepaalde in artikel 378, §2 en §3 van deze politieverordening.


Artikel 392

Het bemiddelingsaanbod is verplicht van toepassing voor minderjarige overtreders die op het ogenblik van de feiten de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt in de zin van artikel 378, §2 en §3 van deze politieverordening. Voor meerderjarige overtreders is de toepassing van de bemiddelingsprocedure facultatief. De sanctionerend ambtenaar beoordeelt hierbij of het opstarten van de bemiddelingsprocedure wenselijk en nuttig is. De overtreder dient echter in te stemmen met de bemiddeling. De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces. 

De sanctionerend ambtenaar stelt het welslagen van de bemiddeling vast en kan geen administratieve geldboete meer opleggen wanneer deze bemiddeling geslaagd is. In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling kan de sanctionerende ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen.

 

Artikel 393

Wanneer de overtreder een minderjarige is, die op het moment van de feiten de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt in de zin van artikel 378, §2 en §3 van deze politieverordening, kan deze bijgestaan worden door een advocaat die door de stafhouder van de orde van advocaten  wordt aangeduid. Deze advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

Iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige wordt op de hoogte gebracht van de bemiddelingsprocedure en bij de procedure betrokken per aangetekend schrijven.

Voormelde personen kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.

Adviezen en visum

Gunstig advies van politiezone Vlas van 9 oktober 2025 in bijlage.

Gunstig advies van de jeugdraad van 25 oktober 2025 in bijlage.

Publieke stemming
Aanwezig: Chris Delneste, Francis Benoit, Jan Deprez, Willem Vanwynsberghe, Isabelle Vereecke, Bram Deloof, Johan Schietgat, Hilde Vanhauwaert, Bert Deroo, Jeroen Dujardin, Johan Bossuyt, Ann Dendauw Van Ooteghem, Marc Plets, Eveline Van Haverbeke, Tom Leece, Céline D'Halluin, Greta Verhaeghe, Lotje Verschaete, Emma Bernolet, Geert Lesage, Christophe Dewaele, Larisa Petrova, Els Persyn
Voorstanders: Chris Delneste, Francis Benoit, Jan Deprez, Willem Vanwynsberghe, Isabelle Vereecke, Bram Deloof, Johan Schietgat, Hilde Vanhauwaert, Bert Deroo, Jeroen Dujardin, Johan Bossuyt, Ann Dendauw Van Ooteghem, Marc Plets, Eveline Van Haverbeke, Tom Leece, Céline D'Halluin, Greta Verhaeghe, Lotje Verschaete, Emma Bernolet, Geert Lesage, Christophe Dewaele, Larisa Petrova
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1

Onderstaande wijzigingen aan de algemene politieverordening van de gemeente Kuurne, zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 6 april 2009 en latere wijzigingen, worden goedgekeurd:

De wijzigingen worden in het vet aangeduid.


Artikel 378

§1 Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft worden met:

1° een administratieve geldboete van maximum 500 euro;

2° een administratieve schorsing van een afgeleverde toelating of vergunning;

3° een administratieve intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning;

4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een instelling.

 

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

§2. Onverminderd de toepassing van §3, bedraagt het maximumbedrag van de administratieve geldboete evenwel 175 euro, indien de dader, op het tijdstip van de feiten, een minderjarige betreft   die de volle leeftijd van zestien jaar bereikt heeft.


§3. In geval van een inbreuk op artikel 388 van deze politieverordening kan de in §2 bedoelde administratieve geldboete opgelegd worden aan elke minderjarige dader die, op het tijdstip van de inbreuk, de volle leeftijd van veertien jaar bereikt heeft.


De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerende ambtenaar.

§4. De in §1 bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De in de §1 tot en met §3 bedoelde administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.

 

Artikel 379

Er is sprake van herhaling wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 500 euro.

In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het driedubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 500 euro.

Het maximumbedrag van 500 euro, vermeld in de voorgaande leden, wordt tot een maximum van 175 euro verminderd indien de dader op het ogenblik van de vaststelling van de herhaalde feiten, de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en nog geen 18 jaar is geworden overeenkomstig het bepaalde in artikel 378, §2 en §3 van deze politieverordening.


Artikel 392

Het bemiddelingsaanbod is verplicht van toepassing voor minderjarige overtreders die op het ogenblik van de feiten de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt in de zin van artikel 378, §2 en §3 van deze politieverordening. Voor meerderjarige overtreders is de toepassing van de bemiddelingsprocedure facultatief. De sanctionerend ambtenaar beoordeelt hierbij of het opstarten van de bemiddelingsprocedure wenselijk en nuttig is. De overtreder dient echter in te stemmen met de bemiddeling. De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces. 

De sanctionerend ambtenaar stelt het welslagen van de bemiddeling vast en kan geen administratieve geldboete meer opleggen wanneer deze bemiddeling geslaagd is. In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling kan de sanctionerende ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen.

 

Artikel 393

Wanneer de overtreder een minderjarige is, die op het moment van de feiten de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt in de zin van artikel 378, §2 en §3 van deze politieverordening, kan deze bijgestaan worden door een advocaat die door de stafhouder van de orde van advocaten  wordt aangeduid. Deze advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

Iedere titularis die het ouderlijk gezag heeft over de minderjarige wordt op de hoogte gebracht van de bemiddelingsprocedure en bij de procedure betrokken per aangetekend schrijven.

Voormelde personen kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.

 

Artikel 2

Een afschrift van deze beslissing wordt toegestuurd aan de deputatie, de Procureur des Konings, de griffier van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, de griffier van de politierechtbank van Kortrijk, aan de sanctionerend ambtenaren, de bemiddelingsambtenaar, de korpschef van de PZ VLAS en aan de voorzitter van het politiecollege.


Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht.