Besluit  Vast Bureau

Bevoegdheid en juridische grond

Artikel 186 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt:

§ 1. De gemeenteraad stelt de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel vast.

De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is van rechtswege van toepassing op het personeelslid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente.

§ 2. De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de rechtspositieregeling vast voor:
1° het specifiek personeel, waaronder wordt verstaan het personeel dat een betrekking bekleedt die niet bestaat in de gemeente die het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bedient;
2° de maatschappelijk werker, vermeld in artikel 183, § 1;
3° het voltallige personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijbehorende werkings- en erkenningsregels en voor het voltallige personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat ingezet wordt voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers.

Er werd delegatie verleend van de raad voor maatschappelijk welzijn naar het vast bureau voor het vaststellen van de lokale rechtspositieregeling.

Een sectoraal akkoord tussen de VVSG, de representatieve vakorganisaties (ACOD LRB, ACV OD en VSOA LRB) en de Vlaamse Regering van 11 juni 2025 bepaalt dat dienstenchequemedewerkers recht hebben op een salarisverhoging van 1 euro per uur, en dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025.

Feiten, context en argumentatie

De VVSG maakte nieuwe salarisschalen, waarin de bruto loonsverhoging voor dienstenchequemedewerkers geïntegreerd zit. Het gaat om aangepaste E- en D-schalen. Deze salarisschalen en de berekeningswijze werden aan de weddecentrales bezorgd.

Door de nieuwe salarisschalen moeten ook alle aan het loon gekoppelde toeslagen en vergoedingen gewijzigd worden. Het gaat om een herberekening van het dubbel vakantiegeld, de eindejaarstoelage, de haard- en standplaatstoelage, de werkbonus, en in het algemeen, alle toeslagen die op het salaris berekend worden.

De koopkrachtverhoging treedt retroactief in werking, op 1 januari 2025. Dat betekent dat de lonen, het dubbel vakantiegeld en de toeslagen en vergoedingen retroactief geregulariseerd moeten worden. Ook de DMFA-aangifte bij de RSZ van het eerste en eventueel het tweede kwartaal 2025 zal aangepast moeten worden.

Eerst moet het vast bureau, dat bevoegd is voor de lokale rechtspositieregeling (RPR), de beslissing nemen tot wijziging van de lokale RPR, met de aangepaste salarisschalen en de gevolgen hiervan, retroactief sinds 1 januari 2025. Dit kan zonder lokaal sociaal overleg, met verwijzing naar het op Vlaams niveau afgesloten protocol.

Pas nadien kunnen de nieuwe lonen toegepast worden en kan de regularisatie in de DMFA-aangifte voor het eerste en eventueel het tweede kwartaal 2025 ingevoerd worden.

Enkel de RPR van de personeelsleden bedoeld in artikel 186 §2, 3° moet worden gewijzigd.

Voor het OCMW Kuurne werken 16 poetsvrouwen als dienstenchequemedewerkers. Zij worden bezoldigd in de E-schaal.

Verwijzingen

Het akkoord met de vakorganisaties van 21 mei 2025.

Het eindverslag en het protocol van 11 juni 2025.

Financiële impact

Uitgaven:

Praktisch gezien gaat men als volgt te werk: 1 euro per gewerkt uur komt voor een voltijdse tewerkstelling overeen met 1.976 euro op jaarbasis (1 euro vermenigvuldigd met 52 weken van 38 werkuren). Uit die 1.976 euro wordt de index gehaald om het salaris aan 100 % te verkrijgen. Dat bedrag volgt dan de indexaanpassingen. Concreet worden de salarisschalen verhoogd met 931,07 euro (1976/2,1223 (huidige indexcoëfficiënt) aan 100% op jaarbasis.

Op jaarbasis betekent dit voor het OCMW van Kuurne een meerkost van 28.000 euro.

Inkomsten:

Er is een subsidie voorzien van 1 euro per uitgegeven dienstencheque. In 2024 werden ongeveer 13.000 dienstencheques uitgegeven. De uiteindelijke meerkost wordt dus verminderd met 46%.

We merken wel op:

• Enkel uitgegeven dienstencheques worden in rekening gebracht. Een poetsvrouw die ziek is, ontvangt 14 dagen gewaarborgd loon, maar genereert geen dienstencheques.
• 1 euro subsidie blijft 1 euro subsidie. Als de lonen geïndexeerd worden, wordt die 1 euro subsidie niet geïndexeerd. Het verschil tussen uitgaven en inkomsten zal doorheen de jaren steeds groter worden.