Artikel 40 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 33/2 van het Eredienstendecreet.
Algemeen:
Het kerkenbeleidsplan bestaat uit twee onderdelen en is opgesteld conform artikel 33/2 van het Eredienstendecreet.
Het eerste deel bevat drie fiches die per kerk de belangrijkste gegevens samenvatten, zoals de identificatie, beschrijving, situering in de omgeving, en het huidige gebruik en functie van elk gebouw. Deze fiches zijn gestructureerd op basis van de richtlijnen uit de inspiratienota voor kerkenbeleidsplannen van 22 februari 2017, aangevuld met het sjabloon voor kerkenbeleidsplannen van 2023, opgesteld door PARCUM vzw (erkend museum en expertisecentrum voor religieuze kunst en cultuur) en het Platform Toekomst Parochiekerken.
Als aanvulling op de kerkenfiche voor de Sint-Pieterskerk werd een bestemmingsprofiel opgesteld. Dit profiel werd ontwikkeld door het studieteam Endeavour, RE-ST architecten en Sven Sterken (KU Leuven), in opdracht van het Agentschap Onroerend Erfgoed en het Platform Toekomst Parochiekerken. Het bestemmingsprofiel geeft inzicht in de ruimtelijke kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van de kerk, en ondersteunt lokale besturen en kerkbesturen bij het nemen van gestructureerde en objectieve beslissingen over de toekomst van hun parochiekerken.
Deze tool is vooral nuttig voor kerken waar een vaste niet-religieuze bestemming in de toekomst wordt overwogen, omdat het randvoorwaarden koppelt aan mogelijke toekomstscenario’s. Daarnaast genereert het een lijst van gebruiksmogelijkheden die ruimtelijk passen binnen de kerk, als inspiratie voor toekomstige trajecten. Deze lijst maakt geen expliciet onderdeel uit van het kerkenbeleidsplan.
Het tweede deel van het plan omvat een onderbouwde visie op het toekomstige gebruik en de functie van de betrokken kerken, inclusief een plan van aanpak voor de realisatie van de toekomstige bestemming: valorisatie, medegebruik, nevenbestemming of herbestemming.
In dit kerkenbeleidsplan is voor elke kerk in de gemeente afgestemd welk toekomsttraject het best aansluit bij de gezamenlijke visie van het kerkbestuur en het gemeentebestuur. Hieronder zijn de mogelijke toekomsttrajecten opgesomd:
Valorisatie heeft betrekking op initiatieven die, met respect voor het normale gebruik van de parochiekerk, de betekenis van het kerkgebouw in al zijn aspecten kunnen versterken en bevorderen (religieuze en culturele, historische en kunsthistorische, architecturale en landschappelijke aspecten). Dit kan bijvoorbeeld een occasioneel en passend gebruik van het kerkgebouw voor kunsthistorische rondleidingen, concerten, voordrachten, conferenties of tijdelijke tentoonstellingen zijn. De hoofdactiviteit blijft de religieuze functie, waarbij occasioneel niet-religieuze activiteiten mogelijk zijn. De toestemming om occasioneel gebruik te maken van de kerk gebeurt steeds op aanvraag bij de kerkfabriek.
Medegebruik is de terbeschikkingstelling van het kerkgebouw voor religieuze activiteiten van andere katholieke of christelijke geloofsgemeenschappen. In geval van medegebruik blijven de kerkrechtelijke en burgerrechtelijke bevoegdheden van de pastoor over de parochiekerk gelden, met inachtneming van wat in de gebruiksovereenkomst hierover is bepaald.
Wanneer een parochiekerk nog wel voor religieuze activiteiten gebruikt wordt, maar te groot is voor de plaatselijke geloofsgemeenschap, kan men een nevenbestemming overwegen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een multifunctioneel gebruik en een gedeeld gebruik. In tegenstelling tot valorisatie betreft nevenbestemming geen occasioneel gebruik, maar een vaste nevenactiviteit. Afspraken voor regelmatig terugkerende momenten worden in een gebruiksovereenkomst vastgelegd. Dit zorgt voor een duidelijke structuur en voorkomt misverstanden, terwijl de religieuze functie van de kerk gewaarborgd blijft.
Wanneer een parochiekerk niet meer voor religieuze activiteiten in aanmerking komt, kan zij definitief aan de eredienst onttrokken worden en een nieuwe functie krijgen. Daarvoor moet de voorgeschreven kerkrechtelijke procedure gevolgd worden. Van kerkelijke zijde is de schriftelijke goedkeuring van de bisschop vereist. De bisschop kan zijn goedkeuring tot herbestemming slechts verlenen wanneer er een duidelijk en aanvaardbaar plan voor de herbestemming van de kerk voorhanden is. De herbestemming van het kerkgebouw moet op voldoende juridische garanties voor een consequente toepassing in de toekomst kunnen steunen.
Naast de basisinventaris van de kerken vormt het pastoraal plan van de pastorale eenheid Emmaüs een belangrijke basis voor het kerkenbeleidsplan. In dit plan bepaalt de pastorale ploeg voor de komende jaren welke pastorale activiteiten in welke kerken zullen doorgaan. Tijdens het traject werd een pastoraal plan opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd aan het bBisdom Brugge (november 2024). Volgende consensus werd opgenomen in het pastoraal plan:
Conclusie kerkenbeleidsplan:
Het Kerkenbeleidsplan is goedgekeurd door het bisdom Brugge op 19/02/2025 en wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Indien er nadien wijzigingen zijn moeten deze opgenomen worden in een addendum aan het kerkenbeleidsplan, na goedkeuring door de bisschop van Brugge en door de gemeenteraad. Vanaf 1 januari 2025 moet het Kerkenbeleidsplan de eerste 6 maanden van elke legislatuur worden vernieuwd of herbevestigd.
Kerkenbeleidsplan.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het Kerkenbeleidsplan goed.
Artikel 2
Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht.